Welk van onderstaande stellingen over zetmeel en cellulose is correct? <A> cellulose is een disacharide, zetmeel een polysacharide <B> cellulose is plantaardig, zetmeel is dierlijk <C> cellulose en zetmeel zijn polymeren van glucose <D> cellulose en zetmeel zijn opgebouwd uit aminozuren Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: C
Het zijn beiden polymeren van glucose.
Vraag: Augustus 2012
Een cel is doorlaatbaar voor water en ureum, maar niet voor sacharose. In welke oplossing zal een bloedcel het meeste inkrimpen? <A> In een hypertone ureum oplossing <B> In een hypotone ureum oplossing <C> In een hypertone sacharose oplossing <D> In een hypotone sacharose oplossing Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: C
Door osmose wordt water afgegeven aan de hoge concentratie aan deeltjes die zelf niet door de semipermeabele membraan kunnen, dus antwoord C.
Vraag: Augustus 2012
Welke van onderstaande uitspraken in verband met de glycolyse is correct? <A> Ze vindt plaats in de mitochondriale matrix <B> Tijdens de glycolyse wordt zowel ATP verbruikt als gevormd <C> Bij de glycolyse van één glucose molecule bekomt men twee ethanol-moleculen <D> Wordt enkel ADP omgezet naar ATP, en niet omgekeerd Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: B
Misschien toch een valstrikvraag: bij alle celprocessen worden ook ATP verbruikt. Netto wordt er bij de glycolyse wel ATP gevormd. Dus niet antwoord D, maar antwoord B.
Vraag: Augustus 2012
Wat is de verhouding van de CO2-opbrengst bij verbranding van glucose via de citroenzuurcyclus in vergelijking met de alcoholische gisting? <A> 2/1 <B> 3/1 <C> 6/1 <D> 12/1 Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: B
Via de citroenzuurcyclus (en glycolyse daarvoor) worden er 6 CO2 gevormd Bij de alcoholische gisting 2 CO2 (en 2 ethanol) Dus de verhouding is 3/1.
Vraag: Augustus 2012
Het binnendringen van de spermacel in de eicel tijdens de bevruchting heeft voor gevolg dat: <A> De eicel gestimuleerd wordt tot het voortzetten van de meiotische deling <B> De eicel gestimuleerd wordt om verder te splitsen. <C> Het aantal chromosomen van het individu hersteld wordt. <D> De innesteling van de zygote bevorderd wordt. Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: A
De eicel zat tot dan toe nog maar in metafase II van de meiose. Antwoord A.
Vraag: Augustus 2012
Roodgroenkleurenblindheid is bij de mens een recessief overerfbaar kenmerk dat verbonden blijkt met het vrouwelijk geslachtschromosoom. Bij de kinderen van een kleurenblinde moeder en een kleurenblinde vader zijn: <A> alle dochters en alleen de dochters kleurenblind. <B> alle zonen en alleen de zonen kleurenblind. <C> sommige zonen en sommige dochters kleurenblind. <D> alle zonen en dochters kleurenblind. Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: D
De moeder is xx en de vader xy: Dan zijn de dochters xx (kleurenblind) en de zonen xy (kleurenblind) Antwoord D