De waterhuishouding van het lichaam gebeurt door ADH (= antidiuretisch hormoon). Dit hormoon zorgt ervoor dat er minder urine geproduceerd wordt. Wat moet gekozen worden bij de met cijfers aangegeven opties? Osmotische concentratie bloed hoog -> meer/minder (1) ADH-productie -> meer/minder (2) urineproductie Osmotische concentratie bloed laag -> meer/minder (3) ADH-productie -> meer/minder (4) urineproductie <A> 1: meer / 2:meer / 3:minder / 4:minder <B> 1:minder / 2:minder / 3:meer / 4:meer <C> 1:minder / 2:meer / 3:minder / 4:meer <D> 1:meer / 2:minder / 3:minder / 4:meer Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: D
Als de osmotische concentratie van het bloed hoog is, betekent dit dat er weinig water in het bloed zit. Er moet dan minder urine geproduceerd worden. Dus zal ADH dan hoger zijn. In het andere geval is het net andersom. Dus antwoord D.
Vraag: Augustus 2008
Hieronder ziet men een deel van een mRNA afgebeeld. Welke aminozuursamenstelling heeft het eiwit dat door translatie van dit stuk mRNA wordt verkregen? 5'-UUUCACAUGAAGACACAUUGACAUAAU-3' <A> Met Ser Tyr Cys Pro <B> Met Lys Thr His <C> Phe His Met Lys Thr His <D> Phe His Met Lys Thr His Stop Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: B
De adder onder het gras is hier dat de overschrijving pas begint na het startcodon, dus na AUG. Inderdaad wordt mRNA van 5’ naar 3’ vertaald. Opzoeken in de Universele Genetische Code geeft dan antwoord B. De start-methionine wordt er na translatie nog afgeknipt.
Vraag: Augustus 2008
Jicht is een metabole aandoening (een stofwisselingsziekte) gekenmerkt door een plotse ontsteking van een gewricht. Deze ziekte wordt in onderstaande tekening aangeduid een gekleurd figuurtje. Verder is gegeven dat jicht meer voorkomt bij mannen dan vrouwen. Welk van de uitspraken is correct? <A> Het kenmerk is autosomaal dominant <B> Het kenmerk is X-chromosomaal gebonden <C> Het kenmerk wordt niet van vader op dochter overgedragen <D> Het kenmerk is Y-chromosomaal gebonden Door een deelnemer gereconstrueerde vraag
Antwoord: B
Zieke kinderen met normale ouders: het moet dan een recessief allel zijn. Dus A is fout. C is fout, zoals uit de stamboom duidelijk is. Er is een vrouwtje ziek, dus D is fout. Dus B is juist Inderdaad, duidelijk meer mannen dan vrouwen, dus X-gebonden (en recessief dus).